Het jongste boek wordt nu al gerekend tot de betere fictie van 2012. 'Al bij de eerste zin zie je toch dat het gaat om satire?'

Paul D’Hoore: ‘Beroep me op recht op satire’

Financieel journalist Paul D'Hoore ontkent stellig dat zijn jongste boek overgeschreven is van een eerdere, gelijkaardige publicatie. 'Het gaat overduidelijk om een parodie. Niemand kan dit serieus nemen.'

Paul D’Hoore stelt zich zeer ernstige vragen bij de intelligentie van zijn collega Tom Pardoen. In het weekblad Humo beschuldigt die D’Hoore ervan zijn jongste boek, De 99 beste tips om belastingen te besparen, overgeschreven te hebben van een andere titel uit 1988.

Via de methode van de vergelijkende lectuur slaagde Pardoen erin om opvallende gelijkenissen bloot te legen tussen D’Hoores epistel en 101 tips om belastingen te besparen, het origineel van wijlen Jos Defoort, hoogleraar fiscaliteit aan de Ehsal. ‘Bij Defoort heet het hoofdpersonage Piet Slim, D’Hoore heeft gekozen voor Sander Deschrandere. Slim papt aan met Lili, Deschrandere trekt een zeker Lulu tegen zijn gilet. Beide hoofdpersonages eindigen hun leven in Benidorm’, somt Pardoen op. ‘Veel duidelijker moet het niet worden om van plagiaat te spreken.’

D’Hoore betwist dat. Volgens de financieel journalist gaat het ontegensprekelijk om satire. ‘Natuurlijk klopt het dat ik vertrokken ben van het boek van Defoort. Het kleinste kind ziet de gelijkenissen. Als ik werkelijk een intellectuele diefstal zou plegen, zou ik de sporen netjes uitwissen’, voorspelt D’Hoore. ‘Zo schrander ben ik wel.’

Volgens de gerenommeerde journalist is er geen verwarring mogelijk. ‘Al bij de eerste zin zie je toch dat het gaat om financiële satire? Je moet al het verstand van een tafelpoot hebben om de onzin te geloven die ik in mijn boek neerschrijf’, vindt D’Hoore. ‘Het gaat hier overduidelijk om een parodie. Niemand kan dit serieus nemen.’

De erven van Jos Defoort zijn not amused. Zij eisen de onmiddellijke verwijdering van het boek van D’Hoore uit de rekken. ‘Wij hebben kennis genomen van het boek van de heer D’Hoore’, bevestigt de raadsman van de familie. ‘Het klopt dat het boek niet overeenstemt met de werkelijkheid en vol leugens staat. Maar zelfs al is het bedoeld als satire, dan nog heeft de journalist niet het recht om de naam en de reputatie van Jos Defoorrt op onaanvaardbare wijze te bekladden.’

Ondanks de kwalijke reputatie van D’Hoore en de verontrustende cover van het boek, zou er bij de lezer verwarring kunnen ontstaan. ‘Dit boek kan de postume reputatie van mijnheer Defoort ernstig nadeel berokkenen. Indien de uitgeverij niet overgaat tot onmiddellijke verwijdering, zullen wij niet nalaten gerechtelijke stappen te ondernemen en schadevergoeding te vorderen.’

D’Hoore is echter niet van plan in te binden. ‘Ik beroep mij op het recht op satire’, argumenteert de auteur.

De erven erkennen dat er in de rechtspraak ‘een zekere tolerantie’ gehanteerd wordt wat betreft satire. ‘Dat is ook logisch’, zegt hun juridisch adviseur. ‘Echter, de rechten van de geviseerde moeten gevrijwaard blijven. Het boek van de heer D’Hoore kan binnen dergelijke rechtspraak helemaal niet door de beugel. Daarom herhalen wij onze eis tot verwijdering binnen de 24 uur. Wij hopen dat hij begrip toont en gevolg geeft aan onze vraag.’

Paul D’Hoore:
‘Als ik werkelijk een intellectuele diefstal pleeg, wis ik de sporen netjes uit’

Volgens zelfstandig mediaspecialiste Anne De Baetzelier speelt D’Hoore met vuur. Zij waarschuwt dat het democratische recht op satire niet misbruikt mag worden. ‘Satire kan en mag als zij niemand viseert en netjes binnen de lijntjes kleurt van het goed fatsoen’, weet De Baetzelier uit eigen ervaring. ‘Er is een duidelijk onderscheid tussen publicaties die de draak steken met de werkelijkheid, artikels die leugenachtige onzin verkopen en boeken die bewust laster verspreiden om personen te beschadigen. Het boek van Paul D’Hoore bevindt zich in die laatste categorie. De persoon van Sander Deschrandere wordt neergezet als iemand die voortdurend bezig is de belastingen te omzeilen. Dat is een onaanvaardbare persoonlijke aanval. Ik kan enkel hopen dat die man een klacht neerlegt.’